Bedrijfskleding als communicatie middel.

Veel bedrijven onderschatten hoe krachtig bedrijfskleding als communicatie middel kan zijn. In geval van werkzaamheden met bepaalde risico’s worden Persoonlijke BeschermingsMiddelen gezien als een noodzakelijk kwaad. Bij beveiligings en toezicht werkzaamheden staat herkenbaarheid voorop. In de ziekenzorg en de schoonmaakbranche de hygiëne en zo kunnen we nog wel een aantal gemeenplaatsen opnoemen waar mensen gedachtenloos werkkleding verwachten en dragen.

Werk- en bedrijfskleding kan veel meer zijn. Het kan een verlengstuk zijn van de visie van de organisatie. Dan heb ik het niet alleen over het verwerken van de bedrijfskleuren en het logo op standaard bedrijfskleding, maar meer het verwerken van een bredere maatschappelijke visie en positionering van de organisatie.

De kwaliteit, de pasvorm, de afwerking en zorg waarmee het kledingstuk gemaakt is, leveren ongemerkt een grote bijdrage aan de uitstraling. Niet alleen voor de klanten die van buitenaf tegen de kleding aan kijken, maar zeker zo belangrijk: ook voor de dragers zelf. Natuurlijk speelt prijs-kwaliteit-verhouding hierin een rol.

Maar het onbeschreven gevoel dat een opdrachtgever heeft bij een zeer verzorgde uitstraling van het personeel van de organisatie waar hij zaken mee doet, vertaalt zich vaak terug in de prijs die de hij bereid is te betalen voor de aangeboden diensten. Natuurlijk gaat het dan met name om organisatie waarvan de medewerkers regelmatig klanten contact hebben. Maar ook als dat niet het geval is, zal het gevoel van eigenwaarde en waardering van een medewerker, positiever zijn als de kleding netjes en verzorgd is.

Een organisatie die voor een hoge positionering in de markt gekozen heeft, kan niet zonder kledingreglement. Voor alle dragers moet duidelijk zijn wat die uitstraling zou moeten zijn en wat er van hen verwacht wordt ten aanzien van hun gedrag, lichamelijke verzorging (haardracht, sieraden, make-up) en de manier waarop de bedrijfskleding gedragen dien te worden. In sommige gevallen, waar het belangrijke representatieve functies betreft en/of er veelvuldig klantencontact bestaat, kan zo’n reglement ver gaan. Het lijkt overdreven, maar menig organisatie die hiermee van doen heeft, kan uitweiden over de excessen die dit achter de schermen kan geven.

In 2009 kreeg de zaak van de Amsterdamse tramconducteur landelijke bekendheid toen hij tegen zijn werkgever, het GVB een kort geding aanspande omdat hij boven zijn kleding niet zichbaar een ketting met een kruis mocht dragen. Het GVB werd in het gelijk gesteld. De landelijke verontwaardiging was groot. Christelijke 2e kamerleden droegen bij hun beëdiging zelfs zichtbaar een kruis als protest tegen deze uitspraak.

In het nummer 3 van november 2009 van dit blad schreef Mr.ing. R.O.B. Poort een artikel onder de kop “kledingvoorschriften” over een dialyseverpleegkundige die ontslagen was, nadat zij om religieuze redenen weigerde kort mouwen te dragen.

Eind vorig jaar kwam een 46-jarige KLM-stewardess in het nieuws nadat ze ontslagen wegens herhaaldelijk negeren van de voorschriften. Haar te korte haar was de aanleiding en de rechter stelde de KLM in het gelijk.

Na deze voorbeelden lijkt het alsof de werkgever steeds aan het langste eind trekt, maar dit is niet het geval. Vorig jaar werd de NS middels een gerechtelijke uitspaak door haar eigen OR terug gefloten omdat ze de beslissing voor nieuwe bedrijfskleding buiten de OR om hadden genomen.